Aflevering 2 – De obsessie met True Crime

In deze aflevering bespreken we de “obsessie” die veel mensen lijken te hebben met het genre true crime. Aan de populariteit van het genre lijkt maar geen einde te komen, gezien er continu nieuwe true crime documentaires, podcasts en tv series verschijnen. Maar waar komt het genre eigenlijk vandaan? En hoe gezond is het om grote hoeveelheden true crime media te consumeren?

Muziek: Halloween The Pumpkin Head van Frank Schroeter.

Bij het voorbereiden van deze aflevering zijn er veel Engelstalige bronnen gebruikt. Het kan daardoor zijn dat er vertalingsfouten in deze tekst zitten, ondanks dat we hierop proberen te letten. Daarnaast willen we benadrukken dat we géén journalisten, onderzoekers of media- of geschiedenisexperts zijn, maar slechts amateur podcastmakers. 

Aanleiding

In de Verenigde Staten is het aanbod van true crime documentaires op streamingdiensten tussen januari 2020 en mei 2022 met 73,6% gegroeid. 62 miljoen Amerikanen per jaar luisteren naar ‘deepdives’ binnen het genre, dat is bijna 20% van de Amerikaanse bevolking. Ook als je op Apple Podcasts naar de Nederlandse ranglijst kijkt staan er aardig wat true crime-gerelateerde podcasts in de Top 100. Ik heb zelf het idee dat het aantal Nederlandstalige true crime podcasts de afgelopen twee jaar flink is toegenomen.

Uit de populariteit van het genre blijkt dus een collectieve morbide nieuwsgierigheid. Dat is niet vreemd, want in een artikel van Ismay Gijsen van de NPO uit 2021 las ik dat deze morbide nieuwsgierigheid heel menselijk is. Volgens de Amerikaanse professor criminologie Scot Bonn zijn we “geobsedeerd” door true crime omdat het inspeelt op onze emoties, met name angst. Hierdoor maken we adrenaline aan, wat zowel stimulerend als verslavend werkt. Volgens criminoloog Shanna Mehlbaum is het kijken van bijvoorbeeld een true crime documentaire een veilige manier van spanning ervaren. Daarnaast maakt het ook nieuwsgierig, want we zijn allemaal benieuwd naar wie de “monsters” achter gruwelijke daden zijn – en zouden wij zelf dergelijke situaties kunnen herkennen?

De geschiedenis van het genre

Om een beeld te schetsen van de geschiedenis van het genre heb ik de volgende bronnen geraadpleegd: een artikel van Lex Leigh voor ancient-origin.net uit 2022, een artikel van Pamela Burger voor JSTOR Daily uit 2016 en een literatuuronderzoek getiteld ‘True Crime: The Origins of Modern Sensationalism’ van Joy Wiltenburg uit 2004. Vooral het literatuuronderzoek van Joy Wiltenburg geeft ontzettend veel inzicht in de geschiedenis van het genre. Haar focus ligt hierbij op sensationalisme oftewel sensatiezucht. 

Opkomst van de boekdrukkunst

Het genre true crime kwam halverwege de 16e eeuw op in Duitsland, het – zoals Wiltenburg schrijft – epicentrum van de vroege boekdrukkunst. In die tijd werden namelijk al pamfletten gedrukt met verhalen over waargebeurde misdaad. Al eerder werd er in Middeleeuwse kronieken over moorden geschreven gepleegd door mensen van adel en heersers onderling, maar deze waren niet bedoeld voor het grote publiek. De machthebbers van die tijd gebruikten deze kronieken voornamelijk als manier van verslaglegging van gebeurtenissen. 

Dankzij de opkomst van de boekdrukkunst in 1450 werd het echter steeds makkelijker om een groter publiek te bereiken en eind 15e eeuw werden er steeds meer actuele nieuwsberichten gepubliceerd. De nieuwsberichten in die tijd gingen vaak over gebeurtenissen ver weg, zoals oorlogen, en werden voornamelijk geschreven door ambtenaren, kooplieden, geleerden en geestelijken. Deze laatste groep schreef ook regelmatig over lokale gebeurtenissen, wonderlijke en bovennatuurlijke gebeurtenissen, rampen en misdaden. De misdaadberichten hadden vaak een religieuze ondertoon, maar soms waren ze meer politiek van aard.

Religieuze ondertonen

De misdaadverslagen uit de 16e eeuw waren overigens nog steeds niet gericht op de massa, maar waren bedoeld voor de hogere sociale klasse – zij konden tenslotte lezen en hadden het geld om hieraan te besteden. Deze verslagen werden toen al wel zo geschreven dat ze inspelen op de emotie van de lezer. Zo werden familierelaties benadrukt en werd het geweld zeer grafisch beschreven in combinatie met emotioneel taalgebruik. Verslagen die wellicht moeilijk te geloven waren kregen in die tijd al het label ‘waargebeurd’. De auteurs van deze verslagen maakten expliciet duidelijk dat ze relevant waren voor alle Christenen, omdat het ging om de gevolgen van zondigen. Het zal je dan ook niet verbazen dat vrijwel alle misdaadverslagen uit de 16e en 17e eeuw een Christelijke boodschap bevat.

Het eerste eerste misdaadverslag dat ‘senationeel’ van aard is, werd in 1551 geschreven door de Lutherse predikant Burkard Waldis. Zijn pamflet ging over “het waargebeurde en zeer afschuwelijk verhaal van hoe een vrouw haar vier kinderen op tirannieke wijze vermoordde en zelfmoord pleegde, in Weidenhausen bij Eschwege in Hessen”. In dit pamflet plaatste hij het schijnbaar normale huishouden in schril contrast met de plotselinge uitbarsting van gruwelijk geweld. Waldis beschreef tot in detail hoe de moeder haar oudste zoon vermoorde en vervolgens haar andere kinderen op dezelfde gruwelijke wijze om het leven bracht. Hij gebruikte dit verhaal om een bekentenisboodschap te promoten. Het pamflet herinnerde lezers aan de altijd aanwezige Duivel en waarschuwde dat iedereen kwetsbaar is voor verleiding. Alleen Gods genade kan uitkomst bieden, zelfs voor de ergste zondaars – zoals de moordlustige moeder uit dit verhaal.

Focus op de slachtoffers

Het meest voorkomende onderwerp van de misdaadpamfletten uit de late 16e en begin 17e eeuw was.. familiemoorden. Meer dan de helft van de door Wiltenburg gevonden en geanalyseerde pamfletten gingen hierover. Binnen dit onderwerp ging het in tweederde van de pamfletten over de moord op kinderen en in de meeste gevallen ging het om de moord op meerdere familieleden. Het ging vaak over ouders die hun kinderen vermoorden, of andersom, kinderen die hun ouders vermoorden. In deze pamfletten werden de moorden dus tot in de meest gruwelijke details beschreven om zo een reactie uit te lokken bij de lezers. Voor degenen die niet konden lezen werd het verhaal gevisualiseerd op uit hout gesneden afbeeldingen, zodat ook zij wisten waar het over ging.

In deze tijd werd vaak geschreven dat de daders deze moorden om financiële redenen pleegden – natuurlijk gekoppeld aan invloeden van de Duivel. In tegenstelling tot nu werd in die tijd vrij weinig aandacht besteed aan de dader als individu, maar lag de focus echt op het verhaal van de slachtoffers en hoe zij de misdaad (mogelijk) hebben beleefd. Slechts enkele keren werd er verhaal gehaald bij de dader.

Maatschappelijke ontwikkelingen

Dat het genre in de 16e eeuw in Duitsland opkwam is overigens helemaal niet vreemd. Wiltenburg schrijft dat dit met de maatschappelijke ontwikkelingen van die tijd te maken heeft. Er werden toen erg veel misdaden gepleegd, dus de misdaadcijfers waren toen enorm hoog. Daar kwamen later de heksenvervolgingen ook nog eens bij. Mensen leefden destijds in angst, maar het is onduidelijk of dit de interesse in het genre heeft aangewakkerd.

Naast Duitsland werd ook in Engeland in de 17e eeuw over waargebeurde misdaad geschreven. Ook daar werd vaak over familiemoorden geschreven, maar daarnaast ook over seksueel geweld, vrouwelijke mo ordenaars en andere bijzondere – en vooral bloederige – zaken. Niet alleen in de vorm van pamfletten, maar ook in de vorm van murder ballads – liedjes dus. Waar in Duitsland de focus lag op het slachtoffer, werd er in Engeland vooral over de dader geschreven. In Engelse publicaties werd het verhaal vaak vanuit het perspectief van de moordenaar geschreven, en dan met name de berouwvolle moordenaar. Hierdoor nam de interesse in de dader als individu steeds meer toe. Zelfs rechters vroegen steeds vaker naar het motief en de gemoedstoestand van de dader. Dit had invloed op de rechtspraak, want in Engeland bepaalt een jury of iemand schuldig is of niet. 

Aandacht voor de dader

Niet alleen de Engelsen hadden uit sensatiezucht interesse in de dader. In de loop van de 17e eeuw tot in de 19e eeuw werd ook in Duitsland steeds meer over de dader geschreven – mogelijk een gevolg van de verstedelijking. In de 18e en 19e eeuw werd nog steeds voornamelijk over familiemoorden geschreven, maar de focus lag toen meer op het “criminele brein” (of de psychologie van de dader) en de omstandigheden die hebben geleid tot de misdaad. Dit zie je bijvoorbeeld terug in een pamflet uit 1846 waarin Christian Holtzwart centraal staat, een dichter die zijn vrouw en vijf kinderen vermoordde. Naast de moorden werd er ook ingegaan op het leven van Holtzwart, ondersteund met stukken uit zijn dagboek, zijn gedichten en een foto. Ironisch genoeg hebben de moorden ertoe geleid dat Holtzwart’s werk eindelijk werd gepubliceerd, terwijl zijn falen als dichter en de financiële problemen van het gezin hem dusdanig tot wanhoop heeft gedreven dat hij daardoor de moorden pleegde. 

Als je kijkt naar de historische ontwikkelingen binnen misdaadliteratuur in de Verenigde Staten zie je een vergelijkbaar patroon als in Duitsland en Engeland. In de 17e en 18e eeuw gaven Puriteinen vaak een preek bij de executies van misdadigers en deze preken werden vervolgens gepubliceerd. Dit werd dan weer gecombineerd met een sociale of religieuze agenda, wederom om zoveel mogelijk in te spelen op emoties. In plaats van dat moordenaars simpelweg kwaadaardig zouden zijn, werden ze weggezet als “monsters” – iets wat als uniek werd gezien. Dat maakte de berichtgeving ook in die tijd al sensatiezuchtig. Overigens waren deze preken extra populair tijdens de heksenvervolgingen. Met name tijdens de heksenprocessen van Salem zijn veel van deze preken opgeschreven en in 1692 gepubliceerd.

Verdere ontwikkelingen

Ook in de 19e eeuw bleven dit soort pamfletten over waargebeurde misdaad verschijnen in Engeland en de Verenigde Staten. Pamela Burger schrijft in haar artikel voor JSTOR Daily dat door komst van de penny press – dit waren goedkope kranten in tabloid-stijl – in de VS, steeds meer Amerikanen in contact kwamen met misdaadjournalistiek. Deze goedkope kranten werden ook wel penny dreadfuls genoemd en hadden een sterk sensatiezuchtig (of “sensationalistisch”) karakter.  Ze hadden dan ook als doel om elke week de lezer te entertainen. Dankzij de goedkope prijs van de kranten, ze kostten slechts een penny, waren ze goed betaalbaar voor de arbeidersklasse. 

Ook in deze tijd werd vooral geschreven over familiemoorden en andere bloederige zaken. Echter ontstond er toen wel een nieuwe trend: verschillende gerenommeerde Engelse auteurs waren namelijk ook geïnteresseerd geraakt in waargebeurde misdaad en begonnen hierover te schrijven, waaron der Thomas De Quincey. De Quincey hoopte zo de lezer aan het denken te zetten over hoe de samenleving destijds misdaad interpreteerde. Ook uitte hij op deze manier kritiek op het sensatiezuchtige (of “sensationalistische”) karakter van penny dreadfuls.

Lizzie Borden

De interesse van het Amerikaanse publiek in het genre true crime – en dan met name true crime mysteries – nam verder toe mede dankzij ontwikkelingen op het gebied van criminologie en forensisch onderzoek (denk aan vingerafdrukken, ballistiek en schotresten). Eind 19e eeuw was het Amerikaanse publiek namelijk redelijk bekend met forensische wetenschappen en de rol van een rechercheur in een politie-onderzoek. Hierdoor was iemands schuld of onschuld niet langer meer gebaseerd op goddelijke gerechtigheid. Deze verschuiving heeft er mede voor gezorgd dat er enorm veel interesse was in de rechtszaak van Lizzie Borden; een echte crime of the century

Op 4 augustus 1892 zijn Andrew Borden en zijn vrouw Abby met een bijl vermoord in hun huis in Fall River, Massachussetts. Andrew’s dochter Lizzie werd verdacht van deze dubbele moord. Lizzie werd omschreven als een oude vrijster die elke zondag trouw naar de kerk ging, misschien ook daarom dat haar arrestatie en rechtszaak leidde tot een mediahype. Lezers in het hele land konden elke dag lezen over de ontwikkelingen in het strafproces. Lizzie Borden is uiteindelijk vrijgesproken, maar haar zaak heeft ervoor gezorgd dat Amerikaanse kranten zich niet langer alleen nog maar op lokaal nieuws focusten, maar ook op regionaal en nationaal nieuws. 

In de 20e eeuw

Ook in de 20e eeuw groeide de aandacht voor true crime. In de Verenigde Staten was dit mede dankzij het boek ‘In Cold Blood’ van Truman Capote uit 1966. In vrijwel elke artikel wat ik tegenkwam over de geschiedenis van true crime werd dit boek genoemd. In dit boek schrijft Capote over de moorden op Herbert Clutter, zijn vrouw Bonnie, hun 16-jarige dochter Nancy en hun 15-jarige zoon Kenyon in het plaatsje Holcomb, Kansas, in 1959. Het was destijds een baanbrekend boek, want het wordt gezien als de eerste non-fictieroman. Capote heeft de spanningsboog in het boek dusdanig opgebouwd dat het als lezer voelt alsof je nauw betrokken bent bij de zaak.

Een ander bekend true crime boek uit de 20e eeuw is ‘The Stranger Beside Me’ van Ann Rule uit 1980. In dit boek schrijft Rule over misschien wel de meest bekende seriemoordenaar die er is: Ted Bundy. Wat haar boek en haar verhaal uniek maakt is dat ze bevriend was met Bundy en met hem heeft samengewerkt als vrijwilliger bij een hulplijn voor zelfmoordpreventie. 

Tegenwoordig

Ook tegenwoordig is true crime literatuur nog wijd beschikbaar, maar het genre heeft inmiddels ook andere vormen aangenomen – waaronder televisie-series, documentaires, YouTube-kanalen en podcasts. De ongekend populaire podcast Serial heeft het true crime genre in 2014 binnen podcasting op de kaart gezet. Interessant genoeg zien de makers van Serial het zelf niet als een true crime podcast, maar als een onderzoeksjournalistiek podcast. Verder zijn er tegenwoordig ook enorm veel true crime documentaires te vinden op onder andere Netflix. Dankzij de opkomst streamingdiensten is true crime content toegankelijk voor een zeer groot publiek. Ook in Nederland consumeren we flink wat true crime content, denk bijvoorbeeld aan de documentaireserie De kinderen van Ruinerwold en de verschillende true crime podcasts die op het moment van schrijven in de Nederlandse top 10 staan.

Motivatie van de doelgroep

True crime is dus een populair genre, maar wie is nou eigenlijk de doelgroep? Uit onderzoek van Amanda Vicary en Chris Fraley uit 2010 blijkt dat meer vrouwen dan mannen true crime boeken lezen. Dit komt voort uit angst bij vrouwen om zelf slachtoffer te worden. De interesse is dus uit overlevingsdrang. Dit is interessant, want over het algemeen zijn mannen vaker het slachtoffer van een misdrijf dan vrouwen. Echter zijn statistisch gezien vrouwen vaker het slachtoffer van seksueel geweld dan mannen. Weer andere bronnen verklaren dat het door de media komt dat vrouwen deze angst hebben, omdat er meer aandacht wordt besteed aan zaken waarin een vrouw het slachtoffer is. De interesse van vrouwen in het genre is dan ook gerelateerd aan het willen voorkomen van zelf slachtoffer worden. Vandaar dat een vrouw ook meer geïnteresseerd is in true crime media over vrouwelijke slachtoffers, omdat ze zichzelf erin herkennen. 

In 2018 hebben Kelli Boling en Kevin Hull onderzoek gedaan naar de motivatie van podcast luisteraars voor het luisteren naar true crime. Hiervoor hebben ze een enquête opgesteld en deze is door 274 respondenten ingevuld. Uit hun onderzoek blijkt dat veel van de respondenten naar true crime luisteren omdat ze het zien als prima tijdverdrijf, vooral tijdens het doen van huishoudelijke klusjes. Ook was er interesse in het genre om zo te leren over de rechtsstaat. Op een aantal punten was er echter significant verschil in de motivatie tussen mannen en vrouwen. Zo waren vrouwen het significant vaker eens met stellingen over het luisteren naar true crime om hun werkdag te vergeten of te ontsnappen aan de dagelijkse sleur. Ook waren vrouwen het significant vaker eens met stellingen over het luisteren naar true crime om inzicht te krijgen in het brein van criminelen, omdat ze graag luisteren naar persoonlijke verhalen van anderen en omdat ze graag horen over de geheimen en wandaden van een ander. De vrouwelijke respondenten toonden dus sterkere voyeuristische trekjes dan de mannen. Daarnaast luisteren vrouwen ook significant vaker naar true crime podcasts om erover te kunnen praten met vrienden en bezochten ze sneller online discussies zonder er zelf aan deel te nemen. Een resultaat wat niet significant was, maar wel opvallend: vrouwelijke respondenten waren het vaker eens met de stelling: “Ik luister naar true crime podcasts om zo te leren over wat mij kan overkomen”. Dit komt dus overeen met de resultaten van het onderzoek van Vicary en Fraley.

‘Missing white women’ syndroom

True crime wordt dus over het algemeen meer door vrouwen geconsumeerd dan door mannen. En omdat vrouwen zichzelf willen herkennen in de verhalen, gaat het  dus vaak over vrouwelijke slachtoffers. Maar is het je wel eens opgevallen dat het vaak om witte vrouwen gaat? Hier is in 2004 door journalist Gwen Ifill een term voor bedacht tijdens een conferentie over journalistiek: ‘missing white women syndrome’. Gevolgd door de quote: “Als er een witte vrouw wordt vermist dan bespreken we dat elke dag (op het nieuws)”. Ifill was destijds nieuwslezeres bij de Amerikaanse zender PBS.

De term ‘missing white women syndrome’ laaide vorig jaar – in augustus 2021 – op in de media toen de 22-jarige Gabby Petito vermist raakte terwijl ze op reis was met haar vriend door de Verenigde Staten. In dat jaar werden meerdere artikelen over dit syndroom geschreven, waaronder door Matt Pearce voor de LA Times, Derecka Purnell voor The Guardian en Katie Robertson voor de New York Times. Ondanks dat de term uit 2004 komt, is het vandaag de dag nog steeds relevant. Het wordt gebruikt om de ongelijkheid qua berichtgeving van vermiste personen in de media te beschrijven, waarbij vermiste witte jonge conventioneel aantrekkelijke vrouwen veel meer aandacht krijgen dan vermiste mensen van kleur.

Uit meerdere onderzoeken is dan ook gebleken dat in de Verenigde Staten witte vrouwen disproportioneel meer media-aandacht krijgen dan niet-witte vrouwen. Daarnaast worden witte vrouwen doorgaans omschreven als goede “nette” mensen uit een veilige omgeving terwijl vrouwen van kleur worden afgeschilderd als “risiconemers” die op de een of andere manier zelf schuld hebben aan hun verdwijning.

Het probleem met het ‘missing white women’ syndroom is niet dat witte vrouwen minder aandacht moeten krijgen, maar dat niet-witte mensen evenveel aandacht moeten krijgen. De media-aandacht kan namelijk veel opleveren in een verdwijningszaak, het zorgt voor bewustzijn en kan leiden tot tips – wat weer tot een doorbraak kan leiden. Daarnaast komt het gebrek aan aandacht bij de familieleden van slachtoffers van kleur over alsof het leven van hun geliefde minder waard is dan dat van een witte vrouw. Volgens hen ontmoedigt dit tevens de politie om middelen in te zetten waarmee de zaak mogelijk opgelost kan worden.

De familie van Gabby Petito was dankbaar voor de enorme hoeveelheid aandacht haar verdwijning kreeg, want hierdoor kwamen veel tips binnen. Uiteindelijk is haar lichaam gevonden in het Bridger-Teton National Forest in de Amerikaanse staat Wyoming. Haar destijds 23-jarige vriend Brian Laundrie heeft haar vermoord en heeft later zelfmoord gepleegd. Hoewel Joseph Petito, Gabby’s vader, dankbaar was voor de media-aandacht die zijn dochter kreeg, riep hij de media op om álle vermiste personen aandacht te geven en zo te helpen:

“I want to ask everyone to help all the people that are missing and need help. It’s on all of you, everyone that’s in this room, to do that, and if you don’t do that for other people that are missing, that’s a shame. It’s not just Gabby that deserves that. So look to yourselves for why that’s not being done.”

Effect op mentale gezondheid

Een zaak als die van Gabby Petito laat zien hoeveel aandacht bepaalde true crime zaken krijgen en hoe intensief sommige mensen ermee bezig zijn. Ik volg meerdere true crime gerelateerde subreddits en zag destijds meerdere posts per dag over deze zaak voorbij komen. Dat zette mij aan het denken: wat doet het eigenlijk met je als je veel true crime content consumeert? Omdat ik benieuwd was naar het effect van true crime op onze mentale gezondheid, heb ik de artikelen van Diane Barth voor NBC News uit 2021, Paige Smith voor de HuffPost uit 2018 en Allie Volpe voor VICE uit 2019 geraadpleegd. Zij schrijven hier eigenlijk alledrie hetzelfde over: voor veel mensen is het luisteren naar een true crime podcast of het kijken van een true crime documentaire een manier om te ontspannen, maar bij sommigen kan het leiden tot zowel mentale als fysieke gezondheidsproblemen.

Er zijn veel mensen die het luisteren of kijken naar true crime als enorm ontspannend ervaren. Zij zetten bijvoorbeeld een true crime podcast op voor het slapen gaan en slapen vervolgens als een roos. Het is dan ook een manier om te ontsnappen aan wat er op dat moment gaande is in de wereld. Daarnaast is het ook een manier om in een veilige en gecontroleerde omgeving onze fascinatie en misschien ook wel angst voor de duistere kant van de samenleving te verkennen. Echter kan dit wel gevolgen hebben voor onze mentale gezondheid, want true crime heeft natuurlijk een verontrustend karakter. Overconsumptie kan daardoor een angststoornis uitlokken of leiden tot nachtmerries of paranoia. Daarom is het belangrijk om in de gaten te houden wat voor effect het heeft op je mentale gezondheid. Als je voor langere tijd veel true crime content consumeert kan dit namelijk een negatief effect hebben op je lichaam. Dit is in verband met de verhoogde productie van adrenaline, een stresshormoon welke verantwoordelijk is voor de vecht-of-vluchtreactie. Overconsumptie van true crime kan leiden tot psychische problemen zoals angst, depressie en verschillende lichamelijke gezondheidsklachten vanwege onder andere een gebrek aan slaap.

Als je merk dat je “obsessie” met true crime je dagelijks leven begint te verstoren, is het tijd om het opnieuw te evalueren. Net als veel andere dingen in het leven is het een goed idee om met mate van true crime te genieten. Ook al heb je geen psychische of fysieke klachten, het kan geen kwaad om soms wat luchtigs te kijken of wat anders te doen.

Ethische overwegingen

Naast mogelijke negatieve effecten op de mentale gezondheid is er ook kritiek op true crime vanwege ethische overwegingen. Daarom was ik benieuwd naar hoe het hiermee zit, want hoe ethisch verantwoord is het genre eigenlijk? 

Hazel Wright schreef in haar researchpaper uit 2020 over de ethische overwegingen binnen het genre. Voor haar onderzoek definieerde Wright ethische overwegingen binnen true crime als de minste hoeveelheid directe of indirecte schade er wordt toegebracht aan de onderwerpen van true crime boeken (lees: de slachtoffers) en aan de lezers ervan. Ook schrijft ze over hoe sensationalisme schadelijk is voor slachtoffers en familie van slachtoffers. Denk hierbij aan de verheerlijking van de dader of de rol van de politie in plaats van over het slachtoffer te schrijven als een individu – iemand met zijn of haar eigen leven buiten de misdaad om. De meest ethisch verantwoorde manier van schrijven over true crime is juist door te focussen op het menselijke aspect en het voorkomen van verheerlijking van geweld en het mythologiseren van de dader en de politie. Daarmee wordt bedoeld dat je de dader dus juist niet moet wegzetten als een monster en de politie als superhelden. 

Daarnaast is de kwaliteit van het onderzoek essentieel: het verhaal moet op feiten zijn gebaseerd. Het is niet ethisch verantwoord om lezers – of kijkers of luisteraars – verkeerde informatie te geven of om de waarheid te manipuleren. Niet alleen omdat het simpelweg niet oké is, maar ook omdat dit grote gevolgen kan hebben voor de echte mensen waarover het verhaal gaat. We moeten ons blijven beseffen en realiseren dat in true crime het om echte mensen en echte mensenlevens gaat. De reden waarom ik niet snel geneigd ben om Nederlandse zaken te bespreken is dan ook omdat ik slachtoffers of familie van slachtoffers of daders niet opnieuw wil traumatiseren. Dit betekent overigens niet automatisch dat we helemaal géén Nederlandse zaken of zelfs recente Nederlandse zaken zullen bespreken.

Positieve kant

Overigens wil dit alles niet zeggen dat er ethisch gezien geen positieve kant zit aan het genre. Juridisch gezien is dankzij het genre in het verleden wel eens het een en ander recht gezet. Ook biedt het voor slachtoffers die bij de aanvankelijke media-aandacht verkeerd zijn neergezet de mogelijkheid om dit bij te stellen. Hetzelfde geldt voor personen die onterecht zijn veroordeeld of beschuldigd. Ook blijkt uit onderzoek van de al eerder genoemde Kelli Boling dat sommige slachtoffers – of beter gezegd overlevenden – het gevoel hebben dat het true crime genre hun gevoelens en ervaringen een plekje geeft in de maatschappij. Ze hadden het gevoel dat ze onderdeel zijn geworden van een gemeenschap waarin hun stem wordt gehoord en hun verhalen worden genormaliseerd.

Gebruikte bronnen